Terug naar Actueel

Een brede coalitie van 17 beroepsverenigingen, cliëntenorganisaties en brancheorganisaties uit de ouderenzorg en gehandicaptenzorg, waaronder de Federatie, heeft overeenstemming bereikt over een voorlopig advies ter verbetering van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het is bestemd voor de minister voor langdurige zorg Conny Helder en kreeg de titel ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ mee. De minister liet bij voorbaat weten dat zij een breed gedragen advies zwaar zal laten meewegen bij de besluitvorming over wijziging van de Wzd 

Maatwerk 

Het voorlopige advies spitst zich toe op de procedure die gevolgd moet worden als een cliënt zich verzet tegen zorg in het zorgplan. Die zorg kan noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de cliënt zichzelf of anderen ernstig benadeelt. De veldpartijen stellen voor deze procedure – het zogeheten stappenplan – te wijzigen, zodat meer ruimte ontstaat om individuele keuzes te maken.  

Bijvoorbeeld door per cliënt te bepalen wanneer beoordeeld wordt of het noodzakelijk is de periode waarin onvrijwillige zorg wordt verleend te verlengen. De huidige verplichte beoordelingstermijn van drie maanden, zal volgens het voorlopige advies alleen in uitzonderingsgevallen van toepassing zijn. Wel blijft ongewijzigd dat altijd uiterlijk binnen zes maanden een evaluatie moet volgen over de noodzaak om onvrijwillige zorg voort te zetten. Ook wordt met het advies beoogd dat zorgorganisaties in het plan meer ruimte krijgen om keuzes te maken bij de inzet van deskundigen, waardoor het beter aansluit op de praktijk. Zij zijn het er wel over eens dat raadpleging van deskundigen nodig is, zowel bij het opnemen van onvrijwillige zorg in het zorgplan als bij de afweging die wordt gemaakt als besloten wordt over verlenging van de onvrijwillige zorgverlening.

In dialoog 

Om maatwerk te kunnen leveren, is de dialoog tussen zorgverlener en de cliënt en zijn vertegenwoordiger essentieel. Om de positie van de cliënt en zijn vertegenwoordiger in die dialoog te versterken, stellen de veldpartijen onder andere voor om de cliënt en zijn vertegenwoordiger de mogelijkheid te geven een second opinion te vragen. Ook stellen de veldpartijen voor de cliënt en zijn vertegenwoordiger de mogelijkheid te geven om zélf het initiatief te nemen om ter discussie te stellen of voortzetting van onvrijwillige zorgverlening noodzakelijk is. De veldpartijen adviseren bovendien om de cliënt en zijn vertegenwoordiger al de gelegenheid te geven om een rol te spelen bij de voorbereiding van de evaluatie van het zorgplan. Bijvoorbeeld door aan te geven hoe je onvrijwillige zorg kunt voorkomen.  

Veldpartijen 

Het voorlopige advies ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ is onderschreven door: 

- de cliëntenorganisaties LOC, Ieder(in), LSR, KansPlus en Alzheimer Nederland; 

- de beroepsverenigingen Verenso, NVAVG, V&VN, NVO en NIP; 

- de brancheorganisaties ActiZ, VGN en een coalitie van aanbieders van kleinschalige zorg,  

  bestaande uit: Zorgthuisnl, de Federatie Landbouw en Zorg, BVKZ, SPOT en SOLO Partners. 

Dat het advies van de veldpartijen een voorlopig advies is, heeft als reden dat de veldpartijen het eindrapport van de evaluatie Wvggz/Wzd nog willen benutten voordat zij een definitief besluit nemen over hun advies. Dit evaluatierapport is net verschenen.