Terug naar Actueel

Pankaja Bours van stichting zorgboerderij De Weide Blik in Aduard en Groningen herkent ‘heel veel’ in de opgestelde kernwaarden, die de basis vormen voor het nieuwe Kwaliteikskader, wat gaat weergeven wat de zorglandbouw inhoudt. Er zijn er negen:

  1.     Ik word gezien en gehoord
  2.     Ik hoor erbij en ik doe mee
  3.     Het is op de boerderij net als in het gewone leven
  4.     Ik krijg de kans om te leren
  5.     Ik kan kiezen uit nuttig werk
  6.     Ik beweeg veel op de boerderij
  7.     Er is ruimte en ik kan veel buiten zijn
  8.     Het ritme op de boerderij geeft mij houvast
  9.     We eten samen gezond

“Ik word gezien en gehoord is wel de belangrijkste”, vertelt ze.  “Dit wordt op verschillende manieren gewaarborgd. Ten eerste mogen mensen zelf kiezen wat ze willen doen. Dat is niet eenmalig, maar even nadat iedereen gestart is kijken we weer even hoe het gaat.

Mensen leggen zichzelf vaak van alles op, van alles dat moet, vaak ingegeven door hun opvoeding. Hier kunnen ze met onze coaching en begeleiding leren, om zich op een andere manier tot werk te verhouden. Veel van onze mensen hebben psychische klachten en vormen van autisme. Zij geven het niet gauw aan als iets ze toch tegenvalt. Daarom vragen we het na, en werken ook met de deelnemers mee.

Psychisch welbevinden staat bij ons voorop. Mensen nemen vaak of teveel of te weinig ruimte in. Dat zie je niet altijd als je mensen maar laat werken. We hebben daarom een werkinstructie én daaraan gekoppeld een begeleidingsplan.

Groepsdynamiek

In een groep heeft ieder invloed op een ander, dat kan heel intensief zijn. We maken daarin heel bewuste keuzes. Mensen die moeilijk contact maken, laten we vaak eerst alleen, dan met een klein dier, dan met een groter dier en dan eens iemand erbij. Door middel van het bieden van veiligheid en passend werk, vergroten we stap voor stap de wereld van die persoon.

‘Het ritme op de boerderij geeft me houvast’ is daarbij ook een belangrijke kernwaarde. Ik geloof erg in het verbinden van mensen met de natuur. De seizoenen zijn daar behulpzaam bij. Ze geven steeds een andere opdracht met andere bewegingen. In de winter ben je binnen koeien aan het voeren, in de zomer haal je ze met een groepje uit de wei. De kernwaarde ‘Ik beweeg veel op de boerderij’ past daar ook bij.

Veel mensen zitten volkomen in hun hoofd, ze hebben een soort bevriezing. Door te werken met hun handen en benen ontdooit het langzaam. Door in beweging te komen, ontspant het hoofd. Dus mensen bewegen bij ons eerst lichamelijk, dan geestelijk.

Het aanbieden van boerderijwerk helpt om ingangen te vinden. Met de handen in de aarde werken op de groentetuin en in de tunnelkas werkt ook aardend en verbindend. Hierdoor kunnen mensen de verbinding met zichzelf (her)vinden en kunnen vaak ook weer iets makkelijker contact maken met een ander.

Als iemand niet goed kan kiezen wat te doen, nodig ik die persoon uit even mee te lopen. Als we samen ergens gaan kijken waar mensen lekker bezig zijn, nodigt het uit mee te doen. Veel mensen zijn erg gefocust op hun probleem, op wat ze lichamelijk niet kunnen, maar door afleiding staan ze soms ineens toch te schoffelen, bijvoorbeeld. Het maakt hen vrij.

Het werk wat we aanbieden is altijd nuttig, dus die kernwaarde vind je ook bij ons terug. We knutselen niet om het knutselen. We bieden ambachtelijk handwerk, wat weerspiegelt hoe een mens zich van binnen voelt. Het brengt het gesprek hierover makkelijk op gang.
Sommige mensen denken dat ze ergens te goed voor zijn, anderen durven bijna niks. Met beide menstypen kom je verder door aan de slag te gaan. Het lichaam heeft zijn eigen intelligentie die veel te weinig aangesproken wordt in de huidige maatschappij. Op de boerderij is dat juist vanzelfsprekend. Als je dan ook nog een sociaal veilige omgeving weet te bieden is het heel heilzaam. Bijvoorbeeld naast traumatherapie werkt het heel goed.”