Het verhaal van zorgboerderij Het Lamoen in Markelo draait om familie. Jetske (40) en haar moeder Jannette (61) met echtgenoot Arie (65) runnen sinds 2011 samen de zorgboerderij met manege. Ondertussen is ook de boerderij van de overbuurman erbij gekocht, waar een kleindochter, de andere dochter en een vriendin (met partners en kinderen) van de familie drie huizen gaan maken. Jetske heeft net Social Work afgerond voor haar SKJ-registratie en rond nu haar PABO opleiding af en doetdaarom even minder op de zorgboerderij, maar eens in de drie weken neemt zij met haar man William de zorg in het weekend waar. Dan kunnen Jannette en Arie even bijkomen in hun Lochemse vakantiehuisje. De kinderen van Jetske en William zijn vervlochten met de zorgboerderij, en een is er zelfs geboren. “Zij weten daardoor heel goed om te gaan met mensen met een beperking.”
Het samenleven en werken is goed doordacht. Jannette: “We hebben vanaf het begin af aan afgesproken een maandelijks overleg te hebben met elkaar, waarin de leuke maar ook de minder leuke dingen besproken kunnen worden. Dat werkt goed, dan stapelen ergernissen zich niet op. Meestal gaat het om kleine dingen zoals hoe je dingen achterlaat.”
Jetske: “Ook andere zaken hebben we goed afgesproken. Zoals dat we in principe niet binnendoor maar buitenom naar elkaars huis lopen met een vraag. Ik kiest er verder bewust voor een paar keer in de week bij de koffiemomenten op de zorgboerderij te zijn, zodat ik weet wat er speelt bij de hulpboeren."
Privé en werk scheiden
Verder houdt Jetske privé en werk echt gescheiden, maar loopt het bij Jannette en Arie wel eens door elkaar. Jetske: “Wij hebben een privé tuin en willen geen medewerkers of hulpboeren in huis. Ook hebben mijn man en ik altijd duidelijkheid naar de kinderen wie er aanspreekpunt is. Als ik op de zorgboerderij bezig ben, is William het aanspreekpunt, en andersom, zo simpel is het.”
De aanspreekpersoon is makkelijker vast te leggen dan de ruimte. “Ok, huis en tuin zijn privé, maar als er een hulpboer is die graag even alleen aan de slag gaat, mag hij wel eens de tuin doen. Daar verdient hij dan een taart mee voor de hele groep, dus dat is dan voor iedereen goed.”
Soms was het aan de kinderen wel lastig uitleggen hoe het werkt tussen privé en bedrijf. “Alleen als het jongetje hier komt spelen, komt hij bij ons thuis. Dat is natuurlijk ook ingewikkeld; dat de trampoline er niet voor hen is als ze op zaterdag komen voor de zorgboerderij, maar wel als ze op een middag komen spelen. Maar dat kan verzekeringstechnisch ook niet anders.”
De kinderen van Jetske aten regelmatig op maandag tussen de middag mee met Jannette en Arie, samen met de hulpboeren. Dat zijn jongeren maar ook volwassenen met een verstandelijke beperking. Jannette: “Dat vind ik dan heel mooi om hen mee te geven. Lang niet iedereen heeft kleine kinderen in zijn of haar omgeving, en soms komt het er ook nooit. Onze kleindochter werd hier geboren en maakte meteen een belangrijk onderdeel uit van de zorgboerderij. Zij kreeg een leuke klik met een hulpboer, die 50 jaar is maar het verstandelijke vermogen heeft van een driejarige. Hij is echt dol op haar, alleen wil ze nu niet meer zoals vroeger bij hem op schoot zitten. Dat hoeft natuurlijk ook niet, maar dat moest ze wel drie jaar lang aan hem uitleggen. Dat is misschien een nadeel, maar ik vind het nog steeds van enorme meerwaarde dat de kinderen de diversiteit van mensen veel beter kennen dan menig ander.”
Vriendjes
Het was voor de kinderen niet moeilijker om ook ‘gewone’ andere kinderen te leren kennen, denken Jannette en Jetske. “Met pony’s en een trampoline ben je al gauw populair. De aanwezigheid van mensen met een beperking riep wel eens vragen op bij vriendjes of vriendinnetjes, maar onze kinderen konden het vaak mooi en op een natuurlijke manier uitleggen. En op de basisschool was er ook maar een kleine overlap tussen 15.15 uur uit school komen en om 15.30 de hulpboeren uitzwaaien. Inmiddels zitten de kinderen op de middelbare school en helpen ze alleen in het weekend met het verzorgen van de dieren. Verder hebben ze hun eigen activiteiten, net als leeftijdgenoten.
Bij Jannette loopt personeel wel vanzelf de keuken binnen, die naast het kantoor is. Of er komt een hulpboer met een vraag. Jetske: “Ja, en als je dan zoals mijn moeder dan altijd helpt, gebeurt het de volgende keer weer.” De openingstijd tot 18 uur houdt Jetske ook strikt vol. “Tja, als mensen dan om 1 over zes bellen, neem ik niet meer op. Ik móet af en toe even op uit, anders houd ik het niet vol.”
Hetzelfde ervaart Jannette ook wel, maar het lukt minder goed op het eigen erf. “Daarom is het heerlijk dat we ons eens in de drie weken even terug kunnen trekken in Lochem. Daar knap ik echt van op.” Loslaten kunnen moeder en dochter geen van beide. “Het weggaan én terugkomen gaat altijd met uitvoerige overdrachten gepaard”, lachen ze.
Ponykampen
En dan is er nog de zomervakantie, waarin week in week uit ponykampen worden georganiseerd. Jannette: “Dat is altijd zo leuk, dat de hulpboeren en de ponymeiden elkaar dan hier tegenkomen. Voor ons is het wel hard werken. Ik probeer Jetske dan ook haar gezinsvakantie te gunnen, maar ben wel heel blij als ze toch een of twee weken ponykamp draait.”
Er worden nu drie nieuwe huizen gerealiseerd op het erf naast Het Lamoen. Als het stikstofslot eraf gaat, wordt de zorgboerderij uitgebreid met een paardenpension met browsing paddock. “Met die versterking erbij kan het alleen maar beter worden”, zegt Jannette. Ook met de nieuwkomers zijn al duidelijk afspraken gemaakt. Jetske: ”De ‘wat als’, hebben we goed met zijn allen doorgenomen en ook het grote geheel komt regelmatig bij elkaar om te overleggen.”
Jannette: “Zorgboerderij zijn en met verschillende generaties op het erf wonen is een prachtige combinatie. Zolang je maar goed met elkaar afstemt en communiceert.”
Op de foto: Arie, Jannette, Jetske en William
